Ik heb 'm zelf óók
Toen ik destijds hoogzwanger examen zat te doen in de Groenoordhallen, was het niet alleen die enorme buik die een eigen horecazaak in de weg zat. Vakbekwaamheid, Handelskennis en Kapitaal waren er voor nodig. Dat laatste had ik over het hoofd gezien, dus de weg naar een andere baan liep uiteindelijk via plan B. Ik ben de horeca wel trouw blijven bezoeken en via de Hotelschool van mijn zoon hoorde ik voor het eerst van het ‘Hospitality Concept’. Toch heb ik voor de training Gastvrijheid uit een ánder vat getapt.
Contact maken, vertrouwen winnen en welkom laten voelen: cruciale vaardigheden in de zorg voor kwetsbare mensen. Laat ik daar nu wél wat ervaring mee hebben.
Opgemerkt worden, ook al zit je in een verdomhoekje. Iemand die nieuwsgierig naar je verhalen luistert, terwijl anderen ze al méér dan beu zijn. Die vraagt waar hij je mee van dienst kan zijn en of je verder nog iets nodig hebt. Gratis en ongevraagd een schaaltje extra inspanning neerzet, naast het standaard geprotocolleerde menu. Een schoon lapje door je huis haalt, in je hoofd is het al chaos genoeg. Bij wie je telkens opnieuw kan reserveren, ook al lukt het je zelden om te komen. Die je na afloop uitzwaait: “dag hoor, fijn dat je er was”. En… natuurlijk áltijd een koekje bij de koffie! Je voelt je nét even wat lichter en wat minder alleen. Zo kan Hospitality eruit zien. Ik snap niet dat het nog geen hoofdvak is op de opleiding Social Work.
Op zoek naar voorbeelden van wat niét werkt, lijkt het ingestudeerde zinnetje “ik heb ‘m zelf óók” tegenwoordig plaats gemaakt te hebben voor “u ben niet de enige”. Ik heb ‘m al een paar keer voorbij horen komen, meestal nadat ik eerst een kwartier in de wacht heb mogen staan. Maar ik vind het allesbehalve geruststellend dat ik niet de enige ben die iets niet begrijpt of verwarrend vindt. “Doé er dan wat aan!!!” wil ik tegen mijn telefoon schreeuwen, maar daar ben ik dan weer te beleefd voor. Of te gastvrij.