Meisje Loos
Je ontkomt er niet aan. Wanneer je een training geeft bij een oude werkgever word je geconfronteerd met prehistorische opgravingen. Herinneringen die je destijds grondig hebt weg geschept of waar door de jaren heen zóveel zand overheen is verstuift dat je vergeten was dat ze er lagen.
Het was 1988. Mijn eerste baantje was niet helemaal op mijn lijf geschreven en bovendien eindig. Dus mijn vader (werkmeester op de sociale werkplaats) zou eens informeren bij zijn personeelschef, een meneer die zich bezig hield met alles rondom personeel (duidelijker dan dat is het nooit meer geworden). Voor ik het wist mocht ik op gesprek bij Zuster van der Loos.
De toen al grijzende dame vertelde me honderduit over het dagactiviteitencentrum. Hoe het was ontstaan, wie er allemaal werkten en wat ze allemaal deden. Ik vroeg me af wanneer ze eindelijk eens zou vragen naar mijn uit mijn hoofd geleerde lijstje sterke kanten. Maar ze sloot af met slechts één vraag: “Lijkt het je wat?” Tot zover de sollicitatie. De dochter van meneer Vogel, van de spuiterij. Meer hoefde ik niet te zijn. Een beter CV kon ik me inderdaad niet wensen, maar de praktijk viel nog vies tegen: ik had nog geen eigen afdeling en moest overal invallen. Reken maar dat de vaste bemanning ging muiten en dwarsliggen (bij voorkeur languit, in het gangpad) wanneer er een andere kapitein hun schip kwam besturen. Later zag ik de lol daarvan in, toen werd ik er vooral heel erg zenuwachtig van. Maar na voldoende vaaruren, steeds meer leuke nieuwe collega’s en elke week afsluiten in de kroeg raakte ik steeds beter op koers.
Nadat de pleegzuster met pensioen ging en haar afscheid was gevierd met luxe blokjes kaas met een uitje kwamen de managers. We moesten individuele doelen gaan stellen en plannen maken in plaats van verkleed, geschminkt en uit volle borst grotendeels onze eigen hobby’s beoefenen. Er moest gewerkt worden en ook de bemanning moest de dag arbeidsmatig gaan besteden. En als er geen videocamera was begroot kon je die ook niet meer spontaan aanschaffen. Na 10 jaar was ik ook zélf wel uitgespeeld.
Vroeger, niet alles was beter. Maar wel heerlijk zorge-Loos.